Maak de gnocchi door lauwwarme aardappelkruim in een kom te doen en het mengsel goed op smaak te brengen met zout en versgemalen peper.
Strooi de bloem over het aardappelkruim, kneed het tot een stevig deeg en laat het even rusten.
Doe daarna het deeg in een spuitzak, of verdeel het in stukken met de hand. Verdeel het deeg op een met bloem bestoven werkvlak in lange banen van ongeveer vingerdikte.
Snijd van de banen mooie kussentjes met een vork of tafelmes. Leg de kussentjes op een bebloemd werkblad dat in de vriezer kan en vries de gnocchi in.
Snipper ondertussen de sjalot ragfijn voor de dressing en snijd het bieslook ook ragfijn.
Meng de manzanilla met de aceto balsamico. Breng het op smaak met zout en versgemalen peper.
Roer de sjalot en het bieslook door de dressing en voeg daarna de hazelnootolie al roerend toe.
Zet dan voor de bereiding van de gnocchi een pan met water, ruim zout en een scheut olie op het vuur. Zet ook een bak met ijswater klaar.
Blancheer de gnocchi een handje per keer. De gnocchi zijn gaar als ze gaan drijven.
Schep de gnocchi uit de pan en doe ze kort in het ijswater, let erop dat ze lauwwarm blijven, dan nemen ze de smaak van de dressing beter op.
Laat ze uitlekken en gooi ze bij de dressing.
Leg de haringen op een bord, schep de gnocchi erop en lepel de dressing erover.