Zet de bonen onder water en laat ze een nacht weken in de koelkast. Spoel ze de volgende dag af onder koud stromend water.
Breng 1 liter kippenbouillon aan de kook.
Snijd de helft van het spek in grote stukken. Snijd de teentjes knoflook en de ui doormidden.
Doe de spek, knoflook, ui, zwarte peper, de laurier, de tijm, 1 stengel prei, de selder, de wortel en de bonen bij de bouillon. Voeg er een lepeltje natriumcarbonaat aan toe om de bonen wat lichter verteerbaar te maken.
Laat het geheel 1,5 tot 2 uur zacht koken. Giet daarna het geheel door een zeef in een kom en houd de saus warm. Haal de bonen uit de stoof en bewaar ze apart.
Maak de overgebleven prei schoon, snijd het in ringen en stoof ze aan in boter.
Snijd de rest van het spek in blokjes en pel de kleine uitjes.
Voeg het spek en de uitjes bij de prei. Kruid het met peper, zout en flink wat peterselie. Meng dan de bonen erdoor.
Bak de worst in wat boter. Giet het vet weg en blus het af met de azijn.
Laat de azijn volledig inkoken en doe de rode wijn of port erbij.
Laat weer even inkoken en voeg dan de resterende 4 dl bouillon aan toe.
Laat het opnieuw voor de helft inkoken en giet daarna de worst af door een zeef.
Verdeel de worst over voorverwarmde borden, schep het prei-bonenmengsel ernaast en serveer de saus apart. Lekker met gekookte aardappeltjes.