Maak de chutney eerst door in een koekenpan met een klein beetje olie, de ui en knoflook glazig te bakken.

Voeg de mosterd, suiker, wijnazijn en whisky toe en breng het aan de kook. Laat het tot 20 procent inkoken.

Voeg dan de rabarber toe en breng het geheel weer aan de kook.

Zet dan de vlam uit, doe een deksel op de pan en laat het afkoelen. Doe de chutney in een jampot en draai de dop er stevig op en bewaar het een paar dagen in de garage.

Snijd de aardappels in kleine dobbel­steentjes, kook ze tot ze beetgaar zijn en laat het afkoelen.

Meng de spekjes, bosuitjes, mosterd, crème fraîche en mayonaise zachtjes door de aardappels. Voeg naar smaak zout en peper toe.

Bak de makreelfilets in de boter. Voeg bieslook toe en zout en peper en houd het warm.

Meng de sla met de tomaten, ui, komkommer en olijfolie goed door elkaar.

Leg op grote borden een flink plukje van de sla. Zet kleine bakjes met de rabarberchutney en de aardappelsalade op het bord en leg de warme makreelfilets op de salade.

Serveer met warm stokbrood en een glas Schotse whisky en je hebt een perfecte maaltijd voor een zwoele zomeravond!