Vraag de slager om het vliesje te verwijderen van de spareribs. Ze zitten aan elkaar in een ‘rack’ van een stuk of 8-10 ribbetjes. Snijd de stukken ergens halverwege doormidden, of misschien kan de slager dat ook meteen doen. Dan heb je wat handzamere stukken.

 Meng de ketjap met de knoflook, sjalot, gember, gembersiroop, limoenrasp en olie. Voeg gemalen peper naar smaak toe. Bestrijk het vlees rondom met de marinade en zet afgedekt 12 uur in de koelkast. Keer ze af en toe en bestrijk ze dan weer met de marinade.

Verwarm de oven voor op 140^o Celsius. Leg de spareribs in een ovenschaal waarop ze naast elkaar passen. Schep achterblijvende marinade erover en voeg 6 el water toe. Zet de spareribs ongeveer 45 minuten in de oven. Keer ze een paar keer zodat ze mooi gaar worden en niet donker kleuren.

Bestrooi het vlees met (weinig) zout. Rooster het vlees niet te dicht op de kooltjes ongeveer 20 minuten. Keer regelmatig want door de zoete ketjap verbrandt het snel. Bestrooi met sesamzaad en serveer met halve (geraspte) limoenen.