Verwarm de oven tot 200°C voor.
Rooster de pijnboompitten in een droge, ovenbestendige koekenpan goudbruin.
Breek de eieren in een mengkom en kruimel de feta erdoor. Rasp de cheddar erover, doe er een snufje zwarte peper, een paar mespuntjes gedroogde oregano, de geraspte schil van de citroen en een scheut olijfolie bij.
Voeg de pijnboompitten bij het eimengsel en roer alles goed door elkaar.
Zet de koekenpan met een beetje olijfolie en een klontje boter terug op het vuur en laat de spinazie slinken. Roer regelmatig.
Haal intussen het filodeeg uit de koelkast. Leg een vel bakpapier van ongeveer 50 centimeter op je werkvlak, kwast het in met een heel klein beetje olijfolie, maak er een prop van, vouw het weer uit en leg het opnieuw plat neer.
Leg 4 vellen filodeeg met de randjes iets overlappend in een grote rechthoek op het papier, zodat het bijna volledig bedekt is. Kwast het deeg in met een beetje olijfolie en strooi er een flinke snuf zout en peper en een snufje cayennepeper op. Herhaal dit nog twee keer, zodat er drie lagen ontstaan. Het maakt niet uit als er hier en daar een scheurtje in zit.
Haal de spinazie van het vuur wanneer de blaadjes goed geslonken zijn.
Laat de spinazie goed uitlekken en voeg toe aan het eimengsel en rasp er een halve bol nootmuskaat over. Meng alles goed.
Leg het stuk bakpapier met het filodeeg voorzichtig in de lege koekenpan zodat de randjes er net overheen hangen.
Druk het deeg goed in de rand van de pan, giet er het spinazie-eimengsel in en spreid het gelijkmatig uit. Vouw de overhangende randjes deeg losjes over de vulling heen.
Zet de pan eerst een paar minuten op matig vuur om de bodem aan te zetten en zet de taart vervolgens 18 - 20 minuten in de oven. Controleer tussendoor of de taart gelijk en goed gaart.
Serveer met komkommer- en tomatensalade.