Geschiedenis
Weisse werd begin 16e eeuw voor het eerst gebrouwen in de Bohemen in Tsjechië, maar waaide al snel over naar Beieren in het zuiden van Duitsland. Daar was net in 1516 het Reinheitsgebot in het leven geroepen, dat bepaalde dat bier alleen gebrouwen mag worden met water, hop en gerst. Omdat gist destijds nog niet ontdekt was, werd dit niet genoemd in de oorspronkelijke regelgeving, maar later is het alsnog toegevoegd. Volgens het Reinheitsgebot zijn toevoegingen als kruiden, vruchten en suiker dus niet toegestaan, maar dat geldt ook voor het gebruik van tarwe. De reden voor het instellen van het Reinheitsgebot lag niet zozeer in het verzekeren van de kwaliteit van bier, maar in het voorkomen van hongersnood. Door alleen gerst toe te staan in bier, bleef er genoeg tarwe en rogge over om brood te bakken. Wel waren de edelen zo slim om zichzelf het recht te geven bier met tarwe te brouwen en zo extra inkomsten veilig te stellen. Pas eeuwen later werd dit ook toegestaan aan burgers. Het Reinheitsgebot werd lange tijd niet overal in Duitsland gebruikt. Pas in de 20e eeuw is het een nationale regelgeving geworden. Vanaf halverwege de 20e eeuw is het ook gebruikt om de import van buitenlandse bieren sterk te ontmoedigen.
Hoewel de regels van het Reinheitsgebot tegenwoordig minder streng zijn, mag een drank met toevoegingen in Duitsland nog steeds geen bier genoemd worden. Tarwe is inmiddels allang een geaccepteerd ingrediënt.
Brouwproces
Weisse wordt dus gebrouwen met tarwemout. Dit beslaat minimaal 50% van de gebruikte mout, de rest is gerstemout. Gerst heeft namelijk twee grote voordelen: het is makkelijker te filteren dan tarwe en zorgt voor een grotere opbrengst uit een volle ketel. Tarwe zorgt dan weer voor een zacht mondgevoel en een licht zuurtje, waardoor tarwebieren heerlijk doordrinkbaar zijn. Daarnaast wordt er gebruikgemaakt van een speciaal type gist, dat zorgt voor smaken van kruidnagel en banaan. In het brouwproces – en daarmee ook in de smaak - liggen grote verschillen met Witbier, dat wordt gebrouwen met een ander soort gist, met ongemoute tarwe en met toevoeging van korianderzaad en citrusschil. Witbier heeft daardoor een blekere kleur en eerder een smaak van citrus.
Weisse heeft meestal een relatief lage bitterheid en is vooral licht zoet met een fris zuurtje en kruidigheid uit de gist. Het alcoholpercentage varieert traditioneel van 4 tot 6%.
Door verschillen in het brouwproces zijn er veel verschillende typen Weisse, je zou Weisse daarom een biercategorie kunnen noemen. De belangrijkste typen bespreken we hieronder.
Soorten Weisse
-
Hefeweisse – De bekendste soort Weisse is de traditionele, ongefilterde variant. Deze wordt gebrouwen met licht gekleurde tarwemout. Doordat het bier ongefilterd is, is het troebel.
-
Kristallweisse – Als Weisse wel gefilterd wordt, wordt het Kristallweisse genoemd. Het is dan kristalhelder. Doordat kleine gist- en eiwitdeeltjes uit het bier gefilterd worden, is het iets minder volmondig.
-
Dunkelweisse – Weisse kan ook worden gebrouwen met tarwe die op hogere temperatuur is gemout. Deze is dan donkerder gekleurd en levert ook een donker bier op. De gebruikte gerst is meestal nog wel licht van kleur. Naast de smaken van kruidnagel en banaan, heeft Dunkelweisse een (lichte) roostersmaak.
-
Weizenbock – Voor Weizenbock wordt niet alleen donkere tarwe, maar ook donkere gerst gebruikt. De brouwer gebruikt meer mout dan bij een Dunkelweisse, wat zorgt voor een extra volmondig bier met meer zoetheid en een hoger alcoholprcentage. Weizenbock bevat 6,5 tot 9% alcohol.
-
Hopfenweisse – In de meeste varianten Weisse speelt hop maar een kleine rol in het bepalen van de smaak. In Hopfenweisse wordt hop daarentegen juist benadrukt. Het resultaat is een bier dat nog steeds de typische aroma’s van een Weisse heeft, maar daarnaast ook meer bitterheid en hoparoma’s die variëren van kruidig of bloemig tot fruitig.
Verschillen tussen Weisse en Witbier
Ondanks dat Weisse een van de meest geliefde bierstijlen van Nederland is, wordt het nog vaak verward met Witbier. Een groot deel van die verwarring komt door de naam. Weizen is het Duitse woord voor tarwe (Weisse in Beiers dialect). De naam Witbier is een (verkeerde) vertaling van Weissbier en is gekozen om aan te geven dat ook dit een tarwebier is. In beide gevallen gaat het om doordrinkbare bieren op basis van tarwe, maar daar houden de overeenkomsten op.
Hieronder zetten we kort de verschillen tussen beide bierstijlen op een rijtje:
-
Weisse komt oorspronkelijk uit Tsjechië en Duitsland, Witbier uit België.
-
Weisse wordt gebrouwen met gemoute tarwe, Witbier met ongemoute tarwe.
-
Weisse wordt alleen gebrouwen met mout, water, hop en gist. Aan Witbier worden kruiden en specerijen toegevoegd.
-
Weisse heeft aroma’s van banaan en kruidnagel, Witbier van citrus en korianderzaad.